In de grafieken van indices zien we trends, net zoals in de macro-economie. Dit zijn de technische trends op macroniveau. Als je het daarover hebt, heb je het doorgaans over een bullmarkt en een bearmarkt. Dit zijn de leidende begrippen die de lange-termijntrend in de aandelenmarkt aangeven. Als we het hebben over trends in grafieken (ook op microniveau), dan hebben we de keuze uit drie smaken: een opwaartse, neerwaartse of zijwaartse trend. Deze komen op korte en lange termijn voor.

‍

Bij de algemene markt (macroniveau) gebruiken we alleen de op- en neerwaartse trend. De opwaartse trend in de algemene markt wordt de bullmarkt genoemd en de neerwaartse trend de bearmarkt. Deze bepalen voor een groot deel hoe de koersen van aandelen zich individueel ontwikkelen. De trend op hoog niveau bepaalt immers de trend op laag niveau. Hoe de trend in de grafiek ook is, de grafiek beweegt altijd in ups en downs. Dit noem je ook wel fractals van highs en lows. Een opwaartse trend kenmerkt zich door een opgaande lijn met alsmaar hogere toppen en hogere bodems, oftewel higher highs (HH) en higher lows (HL). Een neerwaartse trend bestaat uit een neergaande lijn met lagere toppen en lagere bodems, oftewel lower highs (LH) en lower lows (LL). In een zijwaartse trend zijn de toppen en bodems op een gelijk niveau en blijft de koers binnen deze bandbreedte totdat deze aan een van beide kanten uitbreekt. In figuur 4.1 is links een neerwaartse trend te zien en rechts een opwaartse trend.

‍

‍

Dit is in de notendop hoe technische trends werken. Dit geldt voor zowel macroniveau (indices) als microniveau (individuele aandelen). Dat laatste komt in hoofdstuk 6 aan bod; we hebben het nu eerst over technische trends op macroniveau. Ik neem je mee in mijn visie op technische macrotrends. We gaan het hebben over de algemene markt, indices, de invloed van technische macrotrends op aandelen en hoe je kunt inspelen op korte-termijnontwikkelingen.