De Chinese oorlogsvoorbereidingen zijn het meest recente wapenfeit van de-globalisering.
Met toegang tot Taiwan op het spel kan de chipsector flink opgeschud worden.
Dit is waarom Intel hiervan de grote begunstigde kan worden.
Het sentiment is door een down-dag in de Russell2000 gezakt naar 72.
Dit was nodig om weer voldoende liquiditeit op te halen voor een nieuwe impuls opwaarts.
De grote indices bodemen op algoritmische wijze uit en krullen omhoog.
In de S&P500, de leidende index, is in de onderkant van de zijwaartse range volume opgehaald om aan de bovenkant uit te breken.
Op 20 oktober kwam dit nieuws naar buiten...
'China: Ready the troops for war!'
Er verschenen legio berichten over deze week, ook van enkele grote nieuwsorganisatie, zoals Barrons.
Een de momenteel betrouwbaarste en objectiefste bron van informatie, Mario Nawfal op Twitter, heeft er ook over gerapporteerd.
Dit nieuws komt nadat China een week eerder al voor de tweede keer dit jaar oefeningen uitvoert rondom Taiwan.
Operation 'Joint Sword B'.
Operation Joint Sword is een militaire oefening van de Chinese land-, zee- en luchtmacht in de eilandregio.
In een macho-spektakel voeren deze divisies manoeuvres uit om de macht van de strijdkrachten te tonen.
Het eiland Taiwan werd beide malen omsingeld.
Geweld werd (nog) niet gebruikt.
En het is de vraag of dit uiteindelijk zal gebeuren.
In 2022 en 2023 is dit soort oorlogsretoriek namelijk ook al voorbij gekomen - zonder een daadwerkelijke inval.
Ongeacht of China ditmaal wel Taiwan aanvalt of geweldloos annexeert, de spanningen in de regio lopen op.
En het zou niet zoveel aandacht krijgen als daar niet één van de belangrijkste bedrijven ter wereld gevestigd was: Taiwan Semiconductors.
Wat zijn de gevolgen voor de chip-sector?
Al die oorlogen en oorlogsdreigingen roepen een gevoel van decentralisatie op.
Globalisatie van de wereldwijde markt heeft veel opgeleverd.
In een kapitalistisch systeem krijgen producten de goedkoopste prijs en groeien innovaties exponentieel.
Zolang wereldmachten een gemeenschappelijk belang hebben, gaat het goed.
Maar steeds meer komen zij tegenover elkaar te staan.
De roep om soevereiniteit klinkt het hardst in 20 jaar.
Overheden zoeken niet langer naar de goedkoopste optie over de grens, maar beschermen liever hun eigen belang (en bestaan).
Waar kapitalisme lang optimaal heeft gewerkt, keert de wereldwijde markt langzaam terug naar een globaal mercantilisme.
Landen willen wel exporteren, maar niet importeren.
Dit belemmert de wereldwijde handel - aan wie kan je immers exporteren als niemand importeert...
De piek in globalisatie is rond 2010 bereikt.
De waarde van de wereldwijde geëxporteerde goederen, als deel van het Bruto Binnenlands Product, neemt af.
Interne markten presteren relatief beter.
Grote landen als China en Rusland zijn hun import aan het beperken - zelfs nu alles weer open is sinds Covid.
De de-globalisatie is vooral duidelijk te herkennen aan de wereldwijde de-dollarisatie.
Landen ambiëren weer soevereiniteit en minimaliseren hun afhankelijkheid.
Dit zal in de chip-sector, de cruciale sector in dit digitale tijdperk, flink opschudden.
Want laten we het eens uitspelen, wat gebeurt er China wél Taiwan overneemt.
De kans is dan groot dat Amerika toegang verliest tot de grootste chip-fabrikant ter wereld, Taiwan Semiconductors.
Het is een van de weinige bedrijven die daadwerkelijk chips MAAKT.
Foundry betekent dat een bedrijf chips maakt, maar niet designt.
Taiwan Semiconductors maakt de chips die Nvidia, Qualcomm en AMD ontwerpen.
Wat zou er met hun aandelen gebeuren als de grootste fabrikant niet meer aan Amerika levert?
Of met Amerika... Dat mag alvast zoeken naar een opvolger - vandaar deze CHIPS Act (2022).
De Verenigde Staten investeren $52,7 miljard in de bouw en uitbreiding van 15-16 chipfabrieken in het eigen land.
Het gaat nog een flink karwei worden om fabrieken van hetzelfde kaliber als Taiwan Semiconductors te maken.
Er zijn drie niveaus van chips:
Amerika beoogt natuurlijk chips van het hoogste niveau.
Wat als die optie al in het land aanwezig is...
Intel wordt al jarenlang geplaagd door tegenvallende resultaten.
En de laatste kwartaalcijfers zijn ook niet om over naar huis te schrijven.
Kort samengevat:
Logisch dat de koers daaronder bezwijkt.
Het is gezakt tot hetzelfde bodemniveau als aan het begin van deze eeuw, in tegenstelling tot andere semiconductor-bedrijven...
Ondanks tegenvallende resultaten, zit Intel misschien wel op de grootste waarde.
Intel is het enige bedrijf in Amerika dat hoogwaardige chips ontwerp én maakt.
Duidelijk een unieke positie - en van uitzonderlijke waarde als Amerika toegang tot Taiwan verliest.
De Amerikaanse overheid is via de CHIPS Act alvast begonnen met investeren.
In maart kondigden ze een investering van $8.5 miljard in Intel aan.
En de kans is groot dat dit zal toenemen als Intel onmisbaar wordt.
Het is nu nog aan publieke investeerders om dat voorbeeld te volgen.
Bedrijven in (ogenschijnlijk) sombere positie leveren de aantrekkelijkste koopjes op.